
Deze site breiden we niet meer verder uit en wij verwijzen naar het zeer uitgebreide boek "Kleurslagen bij grasparkieten"
Een compleet boekwerk over de vele kleurslagen, de vererving enz. Makkelijk leesbaar zonder ingewikkelde formules waardoor ook begrijpbaar voor beginnende kwekers.
100 blz. Prijs: 19,95 Euro (PDF) of als gedrukte versie 35,00 Euro
NU EEN GEHEEL VERNIEUWDE 2E DRUK.

Groen is de wildkleur, maar inmiddels zijn er al meerdere varianten groen. Groene vogels hebben altijd een geel masker.
Groen vererft dominant, maar veel groene vogels zijn split voor blauw. Sommige kwekers proberen nog fokzuivere groene wildkleuren te kweken. Zonder split voor blauw er in.
- Olijfgroen (twee donkerfactoren)
- Grijsgroen (Komt door de grijsfactor)
- Donkergroen (één donkerfactor)
- Lichtgroen (geen donkerfactoren)
(Paars): Violet komt voor, met zowel een witmasker, als een geelmasker. Violet vererft dominant maar is vaak niet zichtbaar. Alleen in combinatie met Kobalt en Mauve wordt violet goed zichtbaar. In combinatie met Groen is Violet ook vaak (heel vaag) zichtbaar.

Blauw is als tweede kleur het meest voorkomend en ook in meerdere varianten. Ook blauw komt voor met een wit of een geelmasker.
Blauw vererft recessief.
- Hemelsblauw (geen donkerfactor)
- Kobalt Blauw (één donkerfactor)
- Mauve (twee donkerfactoren)
Het hemelsblauw vererft zich in veel verschillende kleuren blauw. Van heel licht tot vrij donker. Afhankelijk van de bijkomende mutaties.

Grijs is een veel voorkomende kleur. Deze kleur komt ook weer voor in wit en gele maskers.
De grijsfactor vererft in de blauwserie grijs en in de groenserie grijsgroen. Deze factor vererft dominant.
De grijze mutatie komt voor zonder donkere factor maar ook met 1 of donkere factoren. Ook kan deze mutatie enkelfactorig en dubbelfactorig vererven. Hetzelfde geldt ook voor de grijsgroene variant.
Verder komt grijs in alle andere mutaties voor. Ook met geelmasker.

De mauve heeft meestal een witmasker maar kan ook voorkomen met een geelmasker. De wangvlekken zijn Violet. De kleur van het lichaam is grijsblauw met een licte violette kleur erdoor. De lange staartveren zijn donkerblauw en donkerder dan bij de kobaltblauwe. De tekening is zwart. De mauve heeft 2 donkere factoren. Ook komt de mauve voor in bont, spangle, opaline enz.
Mutaties

Het geelmasker is standaard bij de groene parkieten. Maar komt ook voor bij de blauwe, grijze en violette parkieten.
De vererving van de geelmasker is niet erg makkelijk uit te leggen. We beginnen met blauw. Een blauwe parkiet kan nooit split zijn voor groen. Groen kan wel split zijn voor blauw. Een groene grasparkiet heeft twee hoofdkleuren blauw en geel. Valt het geel weg dan krijg je een blauwe grasparkiet. De groene grasparkiet kan kanssplit zijn voor geelmasker maar niet dubbelfactorig want dan was de parkiet blauw geweest.
Zo kan je een geelmasker blauwe parkiet zien als een groene parkiet waarbij de mogelijkheid om geel pigment te produceren onderdrukt wordt.
De omvang van het onderdrukken en daarmee de hoeveelheid aan blauwe veren hangt af van de geelmasker mutatie en of deze enkel of dubbelfactorig is.
Je hebt 3 verschillende geelmasker mutaties:
- Europees Geelmasker 1
- Europees Geelmasker 2
- Australische Geelmasker
Het Europese geelmasker en de australische geelmasker lijkken veel op elkaar. Alle 3 de veraianten kunnen dubbel en enkelfactorig vererven.
Type 1: na de jeugdrui hebben deze parkieten een geelmasker en geel in de staartveren. Paar je type 1 tegen type 1 dan krijg je dubbelfactorige geelmaskers. Deze kunnen witte maskers hebben en het geel hiermee verbergen. Op deze manier kan een aangekochte vogel je enorm verassen tijdens de kweek.
Type 2: na de rui zie je al gauw dat het geel van het masker zich verspijd over het lichaam, na elke rui zie je dit meer. Zo kan het zelfs zijn dat een jonge vogel die blauw geboren wordt na enkele ruien geheel groen is. Bij de dubbelfactorige geelmasker is het geel vaak alleen in het masker zichtbaar enin de staartveren. het masker is hierbij goudgelig en fel.
Australische geelmasker: Hier is het geel in het masker intensiever. Bij enkelfactorige geelmasker versprijdt zich het geel over het gehele lichaam en na elke rui worden de blauwe vogels groener. Bij sommige zie je de kleur van oorsprong onder de vleugel bestaan. Grijze geelmaskers worden grijsgroen. Bij de dubbelfactorige zie je een geelmasker en geel in de staartveren.

Duitse Fallows hebben vaak een Cinnamon of koffiekleurige tekening, rode ogen met zichtbare irisring en zijn er in de kleuren groen of blauw. Groene vogels zijn hoofdzakelijk geel en de blauwe hoofdzakelijk wit, omdat tweederde van de lichaamskleur weg is. Ze vererven autosomaal recessief.
Dan is er nog de Engelse Fallow, deze heeft geen irisring en meer pruimkleurige ogen.
Duitse Fallow x Engelse Fallow aanparen heeft geen zin, daar hier geen Fallows van komen.
Het paren van D. Fallow x D. Fallow kan vroege sterfte geven in het ei (lethaalfactor).

Zwartogen zijn geheel wit of geheel gele parkieten met zwarte ogen zonder irisring.

Dit zijn grasparkieten met zwarte markeringen op het hoofd en de borst. Vaak zijn ze Opaline of Cinnamon en in de kleuren Hemelsblauw, Kobalt of Grijs. Het vererft reccessief. Zowel poppen als mannen kunnen split zijn voor Blackface.
Dan heb je nog de coalface, deze heeft alleen de tekening op het hoofd en deze is minder strak dan bij de blackface. Coalface zie je in combinatie met opaline. Ook mist de tekening op de borst

Deze mutatie is nog niet zolang geleden voor het eerst gekweekt. De vogel is bijna zwart evenals de wangvlekken. Is een erg mooie mutatie die in Nederland nog niet veel voorkomt.


Kleurslagen

De Texas Clearbody, Regenboog en de lacewing worden apart beschreven en ook hiervan vind je informatieve boekjes op onze site.


Als eerste is het handig een kleine uitleg van de genetica bij grasparkieten te geven. Ik zal proberen dit zo begrijpelijk mogelijk uit te leggen.
Als eerste zijn er twee basiskleuren:
Geel > Vererft Dominant
Wit > Vererft Recessief
De gele basis wordt groen en de witte basis wordt blauw.
Dan zijn er verschillende factoren die zorgen voor de intensiteit van de kleur.
Geen donkerfactor = Lichtgroen of Hemelsblauw (dd)
Één donkerfactor = Donkergroen of Kobalt (Dd)
Twee donkerfactoren = Olijfgroen of Mauve (DD)
Verder is er de kleur Violet, deze kan elke parkiet bij zich dragen maar is alleen zichtbaar in combinatie met kobalt of andere donkere factoren.


De volgende kleuren en mutaties vererven dominant.
- Dominant Bont
- Spangle
- Grijsfactor
- Violetfactor
- Geelmasker
- Clearflight
- Donkerogige Clear
- Mottle
- Antraciet
- Easley Clearbody
- Kuifparkieten
Deze kleurslagen kunnen enkelfactorig en dubbelfactorig worden vererfd.
DF= Dubbelfactorig
EF= Enkelfactorig
N = Normaal
De beschrijving klopt voor alle dominante kleurslagen en mutaties. Dus op de plek van bont kun je bijvoorbeeld spangle neerzetten.
Dominant bont uit twee dominante ouders is een DF. Een vogel uit één Dominant Bonte ouder is een EF. Dominant Bont is geschikt om tegen normale vogels te zetten zoals opaline en cinnamon. DF x DF geeft vaak ontbrekende spots, lichtere vleugelkleur en geeft 75% bonte nakomelingen.


De volgende mutaties vererven recessief.
- Blauwfactor
- Recessief Bont
- Grijsvleugel
- Overgoten
- Fallow
- Zwartogen
- Saddleback
- Blackface
Een recessieve kleur blijft verborgen tenzij beide ouders de erfelijke eigenschap bezitten. Groene vogels met blauwfactor noemen we groen, split blauw. We schrijven dan groen/blauw. Met het /-teken bedoelen we dat de vogel split is. De kleur voor het /-teken is de zichtbare kleur.
Uit een paring: groen x blauw komen 100% groen/blauw vogels. Paar je deze splits aan elkaar dan hebben we 25% groenen, 50% groen/blauw en 25 % blauw.
Uit een paring groen/blauw x blauw verwachten we 50% blauw en 50% groen/blauw. De kleur blauw kan in het verhaal vervangen worden voor een andere recessieve kleurslag of mutatie.
Hier een tabel met als voorbeeld Recessief Bont. Het rec. Bont kan in de tabel worden vervangen voor een andere recessieve kleurslag/mutatie.


De volgende mutaties vererven geslachtsgeboden.
- Lutino
- Albino
- Opaline
- Cinnamon
- Lacewing
- Ino
- Texas Clearbody (zie uitleg bij kleurslagen)
De vererving van de geslachtsgebonden factor bevindt zich op het X-chromosoom. Een man bezit 2 X-chromosomen en een pop, 1 X- en 1 Y-chromosoom. Omdat de man 2 X-chromosomen heeft zal hij 1 X doorgeven, de pop zal 1 X of 1 Y doorgeven. Een man toont de geslachtsgebonden factor pas als hij op beide X-chromosomen de factor heeft. Is de factor op 1 chromosoom aanwezig dan spreek je van een splitfactor. Omdat de pop maar 1 X-chromosoom bezit heeft zij aan één geslachtsgebonden factor genoeg om deze te tonen en zal daarom nooit split kunnen zijn voor een geslachtsgebonden factor.
Ook hier kun je, in de onderstaande tabel, Lutino vervangen voor een andere geslachtsgebonden mutatie.

Mutaties en verervingen

Albino's zijn wit met rode ogen. Goed gekweekte albino's zijn vrij van blauwe of grijze gloed en zijn echt sneeuwwit. Albino's vererven recessief.
Een albino komt uit de blauwserie, het blauw is gemaskeerd.
Albino’s zet je het beste tegen grijze of opaline vogels, om geen blauwe of groene waas te krijgen.
De neusdop bij de mannen zijn rose en bij de poppen wit tot donkerbruin.

De lutino is een felgele parkiet met rode ogen, de Ino is een lichtgele, bijna witte parkiet met geelmasker en wordt ook wel Cream Ino genoemd. Beide vererven recessief.
Beide komen uit de groenserie waarbij het groen wordt gemaskeerd.
Albino x Lutino: Bij een pure Lutino, die geen split is voor blauw, zullen alleen gele jongen geboren worden, deze zijn split voor Albino (Albino is recessief ten opzichte van Lutino)
De wangvlekken bij de Lutino zijn wit, de vleugel en staartpennen kunnen soms wat lichter van kleur zijn. De neusdop bij de mannen zijn rose en bij de poppen wit tot donkerbruin.

De grijze/zwarte tekening op de vleugel is bruin. Is wat lastiger te kweken door de geslachtsgebonden vererving. Cinnamons worden geboren met rode ogen, die bij het open gaan robijnrood zijn en na een paar dagen donker worden. Alleen de Lacewing is een cinnamon variatie met rode ogen. Cinnamon vervaagt de lichaamskleur.
Cinnamon vererft dus geslachtsgebonden. De man kan dubbel- of enkelfactorig zijn. Bij enkelfactorig is de man split en niet zichtbaar cinnamon. Poppen kunnen niet split zijn voor Cinnamon.


Opaline vererft geslachtsgebonden. De kleur van de borst/rug komt terug in de vleugel. Opaline komt voor in alle kleuren en ook in combinatie met Bont, Cinnamon, Spangle enz.

Lichte vleugels met een gezoomd randje. Dit komt voor in de kleuren groen, blauw en grijs, maar ook in combinatie met Opaline, Bont en Cinnamon.
Gele vogels met zwarte ogen zijn dubbelfactorige Spangles. Even als witte vogels met zwarte ogen. Bij deze mutatie komt het Spangle-gen van beide kanten en valt de tekening weg. Deze lijken op de gele en witte zwartogen, het verschil is dat de DF-Spangle een irisring heeft en de zwartoog niet. Ook zie je bij de DF-Spangle vaak nog een vage kleur op de borst. Bij geel is deze gloed groen, bij de witte is deze blauw of violet.
Doordat Spangle dominant vererft, kan een niet Spangle-uitziende vogel geen split zijn voor Spangle.

Bont zie je in alle kleurslagen en ook in vele varianten, zoals gecombineerd met Opaline, Spangle en Cinnamon.
Bont vererft dominant. Zowel mannen als poppen kunnen split zijn voor bont. Zet je twee Dominant Bonte vogels tegen elkaar, dan zal vaak het vlekkenpatroon minder worden. Maar je krijgt wel 75% bonte nakomelingen. Deze bonte nakomelingen zijn Dubbelfactorig Bont. Een bonte nakomeling van één bonte ouder is Enkelfactorig Bont.

Vaak zie je hier alle kleuren van de regenboog, vaak is de bonttekening vlekkerig. Deze variant heeft geen irisringen maar grote zwarte ogen. Het vererft Recessief. Wordt ook wel Deens Bont of Harlekijn genoemd.
Vaak zie je dat ze rond de cloaca een vlek hebben. Iets wat je bij dominant bont niet vaak ziet. De neusdop is bij poppen normaal en bij mannen meestal roze/paars en vaak met een blauwe vlek erin.

